Mobiliteit

“Freek in het ziekenhuis, het gezin thuis: een elastiek dat me twee kanten op trok”

Vertel / De intuïtie van een moeder Gepubliceerd op 06 december 2019 Veertien jaar geleden kreeg Lidwien Wieggers’ veertienjarige zoon Freek een brommerongeluk. Hij belandde met zwaar hersenletsel op de spoedeisende hulp. Dagenlang was het spannend of hij het überhaupt zou halen. En daarna moest hij alles opnieuw leren… Hoe was die intensieve periode voor Lidwien als moeder? Ze blikt terug.
“Freek’s ongeluk zette mijn leven op z’n kop. Maandenlang ben ik bijna onafgebroken bij hem geweest, eerst in het Radboud UMC en later bij het revalidatiecentrum in Enschede. Ik was nog nauwelijks thuis en werd volledig geleefd. Alles draaide om Freek. Niet alleen voor mij trouwens, maar voor ons hele gezin. Mijn oudste zoons Ruud en Thijs, toen 25 en 24 jaar, sprongen bij en hielpen mijn man Gori op onze boerderij. Dochter Fleur, nog maar 15 jaar, pakte thuis zoveel mogelijk op. Samen met Annemieke en Kim, de vriendinnen van de oudste jongens, runde ze het hele huishouden. Ook regelde ze van alles rond bezoek en ritjes naar het ziekenhuis. Dankzij hen kon ik zoveel bij Freek zijn. Dat lijkt vanzelfsprekend, maar ik denk dat ik er niet dankbaar genoeg voor kan zijn. Dat Freek zover gekomen is, komt echt doordat we het als gezin konden dragen.”
Een elastiek met Freek aan de ene en het gezin aan de andere kant
“Het voelde in die tijd alsof er continu een elastiek aan mij trok, met Freek aan de ene kant en het gezin thuis aan de andere. Ik koos meestal voor Freek, omdat ik niet anders kon. En áls ik een keer thuisbleef, had ik totaal geen rust. Ik dacht alleen maar aan hem, moest weten hoe het met hem ging. Achteraf besef ik dat ik in die tijd te weinig aandacht heb gehad voor de andere kinderen. Vooral voor Fleur; ze was nog zo jong. De kinderen hebben het zelf ook wel eens genoemd: ‘Het gaat ook altijd maar om Freek sinds het ongeluk!’ En daar hadden ze gelijk in. Gelukkig konden we er na die tijd heel open over praten. Ik denk dat het belangrijk was dat ik kon erkennen dat het ook voor hen een hele moeilijke tijd was. En dat ik als moeder beperkt was in wat ik kon doen.”
Mijn gevoel bleek de beste raadgever
“Toch heb ik er geen spijt van dat ik zoveel bij Freek ben geweest. Want op dat moment had hij me het hardst nodig. Ik geloof dat mijn aanwezigheid veel goeds heeft gedaan in zijn herstel. In die hele periode na het ongeluk ben ik steeds op mijn gevoel afgegaan. En mijn gevoel vertelde me dat ik bij hem moest zijn, hem niet alleen moest laten. Dat was al op dat vreselijke moment dat ik hem vond, onderaan die boom waar hij tegenaan was geklapt. Bij EHBO had ik geleerd om iemand stabiel te leggen, maar toch deed ik dat niet. Ik hield alleen maar zijn hand vast en bleef herhalen: ‘Ik ben bij je, je bent niet alleen.’ Later bleek dat dat het beste was wat ik had kunnen doen. Want door al die breuken in zijn lijf, had ik het waarschijnlijk alleen maar erger gemaakt door hem te verleggen.”
Een moeder weet wat het beste voor haar kind is
“Op de kinderafdeling mocht ik constant bij Freek zijn en dat deed ik dan ook. Ik kon me zo voorstellen dat hij bang was van binnen. Daarom wilde ik hem steeds geruststellen. Door tegen hem te blijven praten, maar ook door hem aan te raken. Op de IC stond ik al zijn voeten te masseren. En later op de revalidatieafdeling ook: zodra de spalken eraf gingen, masseerde ik verder. Ik heb geen idee hoe ik daarbij kwam; niemand had gezegd dat het mocht of moest. Maar ik deed het intuïtief. Volgens mij heeft het geholpen in het stimuleren van zijn hersenen. Natuurlijk weet je niet altijd wat goed is om te doen, maar als ouder ken je je kind het beste. Dus ik durfde op mezelf te vertrouwen.”

“Het was belangrijk dat ik kon erkennen dat ik als moeder beperkt was in wat ik kon doen”

Gelukkig bleef ik niet in mijn schuldgevoel hangen
“Na het ongeluk werd ik af en toe geplaagd door schuldgevoel. Ik wist die dag in april dat Freek met zijn brommertje ging crossen. Het ding was net nagekeken en liep perfect. Wat ik niet wist, is dat hij zelf aan het wiel had zitten sleutelen. Hij had het niet goed weer vastgedraaid. Je zou kunnen zeggen dat het ongeluk Freeks eigen schuld was. Maar als ouders heb je daar natuurlijk een verantwoordelijkheid in. En dat voelde soms zwaar. Had ik het moeten verbieden? Gelukkig lukte het me om niet in schuldgevoel te blijven hangen en het ongeluk in het juiste perspectief te zien. Die jongens doen dat hier, crossen over de zandweggetjes tussen de weilanden. En dat gaat altijd goed… Nu ging het mis, afschuwelijk mis. Maar dat had ik niet kunnen voorzien. Met boosheid op jezelf of op de situatie kom je niet verder. Juist voor Freek wilde ik vooruitkijken en met een positieve instelling vechten voor zijn herstel.”

“Met boosheid op jezelf of op de situatie kom je niet verder”

Accepteren dat het niet meer zo is als vroeger
“Soms, als ik hoor of lees over een kind dat naar het ziekenhuis gaat of overlijdt, dan rilt alles in mij. Dan komt Freek’s ongeluk weer helemaal boven en huilt mijn hart met die ouders mee. Tegelijk dank ik de hemel: wij hebben hem nog! In de loop van de tijd is Freek zo goed als volledig hersteld. Aan zijn hersenletsel heeft hij lichte beperkingen overgehouden. Zo is zijn evenwicht verstoord en is hij lichamelijk en geestelijk niet meer zo snel als vroeger. Dat accepteren, is niet altijd makkelijk. Freek heeft na het ongeluk nog twee keer een diepe dip gehad. Nog altijd ben ik van al mijn kinderen het meest met hem bezig. Maar dat geeft niet, want ik geloof in hem. Op dit moment werkt hij toe naar zelfstandig wonen, en ik heb er geen enkele twijfel over dat hem dat lukt.”

In het magazine Vertel… vertelde Lidwien over het ongeluk van Freek en hoe geluksmomenten haar op de been hielden. Lees het hier.