Stoma verzorgen: vier belangrijke dingen
Verzorg je zelf je stoma? Doe dan in ieder geval deze vier dingen:
1: Stomamateriaal vervangen
Welke stoma je ook hebt: je gebruikt opvangmateriaal.
Met een eendelig of tweedelig systeem vang je de ontlasting op die gestaag uit de stoma komt. Na verloop van tijd raakt je stomazak (of zakje) vol en zal je deze moeten vervangen.
Je stomamateriaal vervangen doe je waarschijnlijk meerdere keren per dag. Houd altijd in de gaten hoe vol je stomazak is en vervang de zak als deze ongeveer driekwart vol is. Zo voorkom je lekkages.
2: Je stoma schoon houden
Maak bij het verwisselen van je stomamateriaal altijd je stoma schoon met vochtige watten en kraanwater. Het is belangrijk dat je stoma niet verstopt raakt en dat de kleur van je stoma gelijk blijft.
Verandert je stoma van kleur? Dit kan een aanwijzing zijn voor necrose (slechte doorbloeding van de stoma). Neem dan altijd contact op met je arts.
3: De huid rondom je stoma gezond houden
De ontlasting die uit je stoma komt kan de huid irriteren. Dat geldt ook voor het loshalen van de huidplaat of pleisters. Daarnaast kan je als stomadrager last krijgen van vastzittende lijmresten, vocht of het schuren van stomamateriaal.
Controleer altijd de huid bij het verzorgen van je stoma. Wordt je huid rood, of ontstaan er wondjes? Vraag dan advies aan je arts of stomaverpleegkundige.
Er zijn huidbeschermende crèmes en poeders die de verzorging van de huid makkelijker maken. Lees meer over huidverzorging voor je stoma op deze pagina: huidverzorgingsproducten stoma.
4: Stomabreuk-check
Als stomadrager loop je het risico op een stomabreuk. Bij een stomabreuk is het gat in je buikwand te groot (geworden). Je darm is steeds in beweging en wurmt zich dan door het gat heen. Het gevolg: een uitstulping in je buik. Dit kan erg vervelend zijn.
Kijk bij het verzorgen van je stoma goed of de huid rondom je stoma opbolt. Als dit zo is, laat je dan direct onderzoeken door je arts of stomaverpleegkundige.
Een stomabreuk voorkom je zo:
- Wees voorzichtig bij hoesten en niezen. Druk je handen tegen je buik als je een nies of hoestbui aan voelt komen;
- Til geen zware dingen;
- Probeer je buikspieren te versterken;
- Gebruik een steunband;
- Houd je lichaamsgewicht stabiel;
- Knip de huidplaat goed op maat.