Vertel / Praat jij makkelijk over je stoma? Gepubliceerd op 05 december 2018 Praat jij makkelijk over je stoma? Maak je er weleens grappen over en voel je je nog aantrekkelijk met een stoma? Zeven stomadragers open en eerlijk over diverse stellingen.
1. Ik maak weleens grappen over mijn stoma.
Yvonne (56): “Zeker! Laatst nog: ‘Ik pies in mijn broek van het lachen.’ Wat ik feitelijk altijd doe, met dank aan het zakje.”
Christine (69): “Anderen durven geen grappen te maken. Zelf doe ik dat wel. Vaak weten mensen dan niet hoe ze moeten reageren.”
2. Toen ik net een stoma had, vond ik het moeilijker dan nu.
Ellen (46): “Ik heb er zeker in het begin moeite mee gehad. Maar toen ik erachter kwam dat er ook stomamateriaal bestaat dat er leuk uitziet, voelde ik me een stuk beter. Dat was voor mij heel belangrijk.”
Sonja (53): “Ik ben het oneens met de stelling. Ik had endeldarmkanker, waardoor ik veel last had van pijn en andere klachten. Dat was een zware periode. Ik moest een stoma, maar van begin af aan ging dat probleemloos. Ik heb het toen dus niet moeilijk gehad en nu nog steeds niet.”
3. Ik praat heel gemakkelijk over mijn stoma.
Gérite (41): “Ja, bij mij ging dat vanzelf. Mijn man heeft er ook nooit een probleem van gemaakt, dat scheelt. Daarmee prijs ik mezelf gelukkig. Ik hoor weleens andere verhalen.”
4. Goed stomamateriaal bepaalt deels mijn geluksgevoel.
Wil (65): “Absoluut. In het begin had ik last van lekkages, vooral ’s nachts. Ik voelde me net een klein kind. Daardoor zat ik in een dipje. Nu heb ik goed materiaal en is alles beter.”
Gérite: “Eens. De zekerheid die goed stomamateriaal biedt tegen lekkage is heel bepalend. En of de huidplak mijn huid heel laat. Daarom wissel ik nu drie soorten af. Ook het feit dat ik niet meer incontinent ben, is van invloed op mijn geluk. Een stomalekkage is nog altijd duizend keer beter dan in je broek poepen.”
Yvonne: “Het telt zeker mee. Want als je steeds worstelt met je stoma­ materiaal kun je je gaan afzonderen. Maar of je in zo’n geval per definitie ongelukkig bent? Dat weet ik niet. Ik ben overtuigd dat mijn positieve instelling mijn geluk bepaalt, niet per se mijn stomamateriaal.”
5. Ik ben trots op mijn stoma.
Ellen: “Zeker. Het geeft me kwaliteit van leven. Ik doe alles weer, van kamperen tot sporten. Ook kan ik eindelijk alles weer eten en drinken. Dat is zó fijn.”
Sonja: “Trots vind ik een groot woord. Ik heb het geaccepteerd, dat wel. Ik zie het nu zo: de een heeft een gehoorapparaat, de ander een stoma.”
6. Er heerst een taboe op het hebben van een stoma.
Jan (56): “Ja, toch wel. Zelfs de chirurg in het ziekenhuis draaide om het woord heen. De reden? Patiënten reageren vaak erg geschokt als hij het woord ‘stoma’ gebruikt. Dat deed ik niet. Ik kreeg een colostoma en ben blij dat ik weer actief sport. Ik doe aan mountainbiken, skiën en zwemmen.”
Wil: “Mee eens. Gelukkig stellen kinderen wel open vragen; dat vind ik fijn. Mijn kleinkinderen heb ik daarom gewoon uitgelegd dat ik in een zakje plas. Ook op school, waar ik werk als groepshulp bij de tussenschoolse opvang. Ik leg regelmatig uit wat het voor mij inhoudt om een stoma te hebben.”
7. Mijn stoma zie ik als een oplossing, niet als een belemmering.
Wil: “Zeker! Ik kan weer naar het theater en andere leuke dingen doen. Vijfentwintig jaar lang moest ik elk half uur naar het toilet. Uiteindelijk kwam de uroloog toen met deze oplossing. Dankzij mijn stoma heb ik mijn leven terug.”
Christine: “Ik heb zelf om een stoma gevraagd. Ik had het blaaspijnsyndroom met urineweg­ infecties die niet meer te behandelen waren. Er moest een definitieve oplossing komen. Ik ben blij dat ik hiervoor gekozen heb.”
8. Mensen zonder stoma hebben geen idee hoe het is om er een te hebben.
Jan: “Eens. Er is veel onwetendheid. Vaak weten mensen niet dat er verschillende soorten stoma’s zijn. En je krijgt ook tal van vragen. Collega’s vroegen bijvoorbeeld of ik met mijn stoma wel naar het strand kon, met al dat zand. En ze vroegen zich af of er een slangetje in mijn buik zat. Ik heb het ze maar gewoon laten zien. Iedereen was geïnteresseerd. Dat vond ik wel mooi om te zien.”
9. Ik voel me nog steeds mooi met mijn stoma.
Yvonne: “Eens. Kijk, ik ben Yvonne, geen Doutzen Kroes. Maar ik voel geen verschil tussen vóór of ná mijn stoma. Van kinds af aan was ik incontinent, pas heel laat is ontdekt wat mij mankeerde. Mijn stoma vond ik een bevrijding.”
Wil: “Zeker. Alleen de sauna vind ik nog een beetje eng. Dan is mijn stoma zichtbaar voor iedereen. Daaraan moet ik wennen, want ik heb hem nog niet zo lang.”
Hoe denk jij over deze stellingen? Log in en praat mee!
Vragen aan de initiatiefnemer Sander Geijs
Sander Geijs verkoopt in het dagelijks leven onderdelen voor oldtimer Jaguars. Op eigen initiatief organiseerde hij een huifkartocht voor stomapatiënten. Daar legde MediReva hem en de genodigden de bovenstaande stellingen voor.

Hoe kwam je op dit idee?
Sander: “Op de Facebookpagina van Stichting Stomaatje had ik eens een oproep gezien voor ‘Day at the beach’. Dit is een sportief evenement met als motto: iedereen met een stoma kan een actief leven leiden. Geïnspireerd daarop bedacht ik ‘Day at the fiets’. Dat bleek praktisch te ingewikkeld. Mensen die van ver kwamen, moesten fietsen huren en bovendien lukt het niet iedereen met een stoma om te fietsen. Zo werd het uiteindelijk een huifkartocht, met hulp van een aantal sponsors. Het gebied waar ik de tocht organiseerde ken ik als mijn broekzak. Het is mijn ‘achtertuin’ en regelmatig loop ik hier met mijn hond. Een prachtige omgeving die ik graag wilde delen.”

Waarom wilde je iets organiseren?
“Een gezellige dag in een mooie omgeving, met mensen die elkaar volledig begrijpen. Een stoma krijg je niet zomaar. Dat gaat helaas toch vaak gepaard met ‘ellende’. En juist daarom besloot ik om een leuke en ontspannende activiteit te organiseren. Een dag voor lotgenoten, zo heb ik het dus bewust niet genoemd. Alsof we allemaal slachtoffers zijn? Zelf heb ik ook een stoma en ik zie mezelf absoluut niet zo. Voor velen is een stoma een uitkomst. En dat blijkt dus ook uit de verhalen van de genodigden.”