Lifestyle

‘Het zal vast meevallen. Je kan toch wel íets eten’

Vertel / Sondevoeding tijdens je zwangerschap Gepubliceerd op 09 maart 2020 Elke zwangere vrouw is weleens misselijk. Maar wat als je zo beroerd bent dat je niets meer kan eten en drinken? Merel Hessels (31) heeft last van extreme misselijkheid oftewel Hyperemesis Gravidarum (HG) en kreeg hierdoor sondevoeding.
“Niets kan ik naar binnenwerken. Zelfs een biscuitje of een kop bouillon niet. Zo misselijk ben ik. En dat al mijn hele zwangerschap lang. Het voelt alsof ik non-stop een flinke kater heb, inclusief dat rare, duizelige gevoel in je hoofd. En dan zit je met die enorme kater in een supersnelle achtbaan. Dat gevoel heb ik al acht maanden lang, geen moment is het minder. Erger kan het wel. Door drukte en bepaalde geluiden kan ik me nog zieker voelen.”
Kotsmisselijk
“Al vanaf de zesde, zevende week ben ik extreem misselijk. Eerst dacht ik: het hoort erbij. Maar ik herkende het totaal niet vanuit mijn eerste zwangerschap. Die verliep perfect, en ik voelde me destijds super. Mijn verloskundige tipte gembercapsules, die zouden vast helpen. Helaas merkte ik daar niets van. Ik probeerde zo goed als ik kon door te gaan en dacht: die misselijkheid gaat wel over. Maar het werd erger en erger. Eten en drinken ging steeds moeilijker. Natuurlijk probeerde ik het wel voor de baby, maar ik kon bijna geen hap door mijn keel krijgen. De geur, de smaak, de structuur: het maakte me kotsmisselijk.”
Veel onbegrip
“In korte tijd viel ik tien kilo af. Mijn vrouw maakte zich zorgen om me en om de gezondheid van de baby: ze zag dat het echt niet goed ging. Maar de verloskundige wuifde mijn klachten weg. ‘Het zal vast meevallen. Je kan toch wel íets eten?’ En: ‘Vanaf twaalf weken gaat het vast beter.’ Over de gezondheid van de baby hoefde ik me volgens haar geen zorgen te maken. Ik had genoeg reserves in mijn lijf waardoor de baby niets tekort zou komen. Doordat ik bleef afvallen en vanaf de zeventiende week zwangerschap echt niets meer kon eten, kreeg ik anti-braakmedicatie en drinkvoeding om aan te sterken. Twee weken lukte het me om de voeding te drinken, daarna trok ik ze ook niet meer. Ik was zo ziek. Hele dagen lag ik op bed of op de bank. Vreselijk. Voor mijn andere drie kinderen zorgen, lukte niet meer. Vanaf die week heb ik ook mijn werk als ziekenhuisapotheekassistente moeten stilleggen. Het ging echt niet meer. Sindsdien zat ik in de ziektewet.”

‘Geen hap kreeg ik door mijn keel. De geur, de smaak, de structuur: het maakte me kotsmisselijk’

Opgenomen en sondevoeding
“Nog altijd zei de verloskundige dat de misselijkheid vast snel zou over gaan, maar intussen liep ik ook bij de huisarts onder controle. Toen mijn bloed met negentien weken zwangerschap werd gecontroleerd, bleek dat er ketonen in mijn urine zaten. Dat betekende dat mijn lichaam bezig was mijn voedingsreserves af te breken en dat mijn gezondheid en dat van de baby in gevaar was. Dat was het moment dat er eindelijk werd ingegrepen en ik in het ziekenhuis werd opgenomen.

Nadat uit allerlei onderzoeken bleek dat ik lichamelijk helemaal in orde was, kreeg ik de diagnose Hyperemesis Gravidarum (HG), oftewel extreme misselijkheid bij zwangerschap. Die ziekte is er in twee vormen: overmatig overgeven of – zoals bij mij – niets meer kunnen eten en drinken. Omdat ik veel te veel was afgevallen en uitgedroogd was, kreeg ik direct sondevoeding. Die slangen zijn er niet meer uitgegaan. In het begin vond ik het vreselijk beperkend, al was ik wel blij dat ik op die manier voldoende voedingsstoffen binnenkreeg.”

Wat een aansteller
“Hoewel de diagnose eindelijk was gesteld, werd ik nog steeds niet serieus genomen. Ik heb zoveel onbegrip gehad van familie, vrienden en zelfs mijn ouders. Ze begrepen niet dat ik zo misselijk was, dat ik niet kon eten en niet voor mijn kinderen kon zorgen. Het zou wel tussen mijn oren zitten. Ook de medische hulpverleners, waaronder mijn eerste twee gynaecologen in het ziekenhuis, dachten dat ik me aanstelde. Ze zeiden dat het iets psychisch was waarom ik niet wilde eten. Ongelofelijk, ze hadden immers zelf HG bij me vastgesteld. Dat maakte me woedend, verdrietig en het zorgde voor extra frustratie. Waarom werd ik niet serieus genomen?”

‘In mijn donkerste momenten heb ik weleens gedacht: was ik maar nooit zwanger geraakt’

Donkere momenten
“Van mijn zwangerschap heb ik geen seconde genoten. Vanaf het begin was het dikke ellende. In mijn donkerste momenten heb ik weleens gedacht: was ik maar nooit zwanger geraakt, laat ze de baby alsjeblieft weghalen. Dan had ik me nu niet zo gevoeld, had ik mijn leven weer terug en kon ik weer voor mijn andere kinderen zorgen. Dat ik door de HG mijn andere kinderen zo veel verdriet heb gedaan, vind ik heel moeilijk. Zij zeiden regelmatig: ‘Mama, we willen de baby niet meer. We willen jou terug.’ Maar opgeven was geen optie. Ik was ver boven de twintig weken en moest het uitzitten. Zo voelde het ook echt. Natuurlijk wilde ik de baby wel, maar de ziekte was een hel.

Ik begrijp ook best dat er vrouwen zijn die hun zwangerschap laten afbreken. Je wordt echt gek van die misselijkheid. Negen maanden lang zo ontzettend ziek zijn, is vreselijk. Gelukkig krijg ik heel veel steun van mijn lieve vrouw en de ziekenhuisdiëtist. Ook ben ik lid geworden van een Facebook-groep voor HG. Hier kon ik praten met lotgenoten en op de ergste momenten sleepten ze me erdoorheen.”

Bijna genieten
“Ik ben nu 36 weken zwanger. Met precies 37 weken word ik ingeleid. Niet alleen voor mijn gezondheid, maar ook voor de baby. De groei van de baby wijkt nu sterk af, hij of zij (we weten het geslacht nog niet) lijkt veel te klein en krijgt op dit moment niet genoeg voedingstoffen meer. Voor mij kan de bevalling niet snel genoeg beginnen. Als het goed is, wordt de misselijkheid meteen minder zodra de baby is geboren en de placenta eruit is en de navelstreng is doorgeknipt. Mijn gynaecoloog houdt nog een slag om de arm en zei dat het ook een paar dagen kan duren. Maar goed: het wordt minder en het houdt op. Eindelijk. Dan gaat de sonde er eindelijk uit, is de misselijkheid over en krijg ik mijn leven weer terug. Hopelijk kan ik dan samen met mijn vrouw en kinderen eindelijk van onze baby genieten.”