Algemene tips voor katheterdragers
Tip 1: Pas op de knik!
Zorg dat de urine vrij de katheterzak in kan stromen. In de slang mag geen knik zitten. Om knikken te voorkomen knip je de slang op de juiste lengte of fixeer je de slang met tape of een elastische band.
Tip 2: Leeg de katheterzak regelmatig
Doe dit om de drie tot vier uur. Vergeet je vaak om je urinezak te legen? Zet dan een wekker op je mobiel om te voorkomen dat je het vergeet.
Tip 3: Hang de zak lager dan je blaas
De katheterzak moet lager hangen dan je blaas, dus onder je heupen. Zo kan de urine niet teruglopen.
Tip 4: Kies de juiste opvangzak voor het juiste moment
Er zijn verschillende soorten katheterzakken. Zo is een kleinere beenzak handig voor overdag (deze is minder groot en dus minder opvallend) en is een grote urinezak ideaal voor ’s nachts. Hiermee hoef je niet midden in de nacht uit bed om je opvangzak te legen. Bekijk ook de opties voor een speciale katheterzak bij het sporten.
Tip 5: Pas je kleding aan
Sommige kledingstukken zijn minder geschikt voor katheterdragers. Onze tip: Draag een loszittende broek, met wijde pijpen. Dit zorgt ervoor dat de urine makkelijk door het slangetje naar de zak kan stromen. Daarnaast zijn brede pijpen makkelijker op te stropen wanneer je wilt checken hoe vol je urinezak is.
Tip 6: Houd je ogen open voor nieuw materiaal
De ontwikkeling van katheters en hulpmiddelen staat niet stil. Gebruik je al een hele tijd hetzelfde materiaal? Overleg dan eens met je verpleegkundige of arts. Misschien is er inmiddels materiaal beschikbaar dat je meer vrijheid geeft. Bijvoorbeeld bij het stappen.