“Oud en nieuw, 2008. Samen met een vriend liep ik op straat. Ik zie hem nog voor me, die jongen, die ons wilde tegenhouden. Hij richtte zijn pistool op me en wankelde een beetje, dronken. ‘Oprotten of ik schiet,’ schreeuwde hij. Ik dacht dat hij blufte. Onverschrokken deed ik twee stappen vooruit. Toen voelde ik de kogel. Hij brandde door mijn borstkas. Ik zakte in elkaar en merkte dat ik mijn benen niet meer kon bewegen. Iedere ademhaling deed pijn. Intense pijn. Ik herinner me nog net dat de politie met een lamp in mijn ogen scheen. Daarna raakte ik bewusteloos.”