Wat voor soorten wonden zijn er?

De ene wond is de andere niet. Wonden kun je onderverdelen in verschillende categorieën.

  • Chirurgische en traumatische wonden
  • Brandwonden
  • Diabetische voet
  • Druk- of doorligwonden (decubitus)
  • Oncologische wonden en ulcera
  • Scheurwonden
  • Wonden door vaataandoeningen

Chirurgische en traumatische wonden
Chirurgische en traumatische wonden zijn de meest voorkomende wonden. Een chirurgische wond is een steriele wond die de chirurg (bewust) toebrengt om te opereren. Traumatische wonden zijn wonden door geweld van buitenaf. Tot de traumatische wonden rekenen we schaafwonden en penetrerende (perforerende) wonden. Een schaafwond is een wond waarbij een deel van de opperhuid is verwijderd door een mechanische oorzaak. Bijvoorbeeld schuren over een meestal ruw oppervlak. Een penetrerende wond is een met geweld toegebrachte verwonding die in omvang gering kan zijn, maar waarbij inwendig grote schade kan zijn aangericht. Penetrerende wonden zijn onder te verdelen in schot-, steek- en bijtwonden.

Brandwonden
Bij een brandwond is de continuïteit van het weefsel verbroken door warmte, koude, straling of een chemische stof. De ernst is afhankelijk van de uitgebreidheid, diepte en de lokalisatie van de brandwond, leeftijd en eventueel ander bijkomend letsel.

In de meeste gevallen worden brandwonden veroorzaak door hete vloeistoffen of vuur. De helft van de patiënten met brandwonden zijn jonger dan 5 jaar. Liefst 46 procent van de kinderen loopt letsel op door hete vloeistoffen, doordat zij een beker, waterkoker of pan omtrekken. Vlamverbrandingen komen veel voor bij 25-39 jarigen. In de leeftijdsgroep van 60 jaar en ouder ontstaan vlamverbrandingen vooral tijdens het koken door bijvoorbeeld verminderd reactievermogen.

Overige oorzaken voor brandwonden zijn contactverbrandingen en verbranding door chemische stoffen en elektriciteit (slechts een klein percentage).

Diabetische voet
Bij diabetes is er een verhoogd risico op wondinfecties. Door verminderd gevoel in de voeten en problemen aan de bloedvaten kunnen wondjes snel verslechteren en in korte tijd leiden tot ernstige voetproblemen. Bij een diabetische voet zijn in veel gevallen de zenuwen beschadigd. Hierdoor is er minder gevoel in de voeten. Ook kan er sprake zijn van een droge huid of andere huidproblemen. Door het verminderde gevoel in de voeten worden wondjes aan de voet niet zo snel opgemerkt. Ook kunnen knellende schoenen drukplekken op de voeten veroorzaken. Als de schoenen niet worden aangepast, ontstaat er een wond aan de voet. Een voetwond noemen we ook wel een ulcus.

Als herstel niet meer mogelijk is of de wondinfectie levensbedreigend wordt, kan het uiteindelijk noodzakelijk zijn om een teen of deel van de voet te amputeren.

Druk- of doorligwonden (decubitus)
Een doorligwond (ook wel decubitus genoemd) is een beschadiging van de huid door lang in eenzelfde houding te liggen. Zo wordt de bloeddoorstroming belemmerd. De huid krijgt dan onvoldoende zuurstof en bouwstoffen, waardoor deze eerder kapot en gaat minder snel uit zichzelf geneest. Ook herhaaldelijk schuiven over een matras of stoelzitting kan decubitus veroorzaken. Een doorligwond ontstaat meestal op de plaats van een uitstekend bot. Risicoplaatsen zijn de stuit, zitknobbels, hielen, ellebogen, schouders, heupen of het achterhoofd.

Een aantal risicofactoren voor druk- of doorligwonden:

  • Een gevorderde leeftijd
  • Een gebrekkige zuurstofvoorziening van de huid (bijvoorbeeld door een lage bloeddruk of diabetes)
  • Een slechte voedingstoestand
  • Vochtigheid van de huid
  • Een beperkte zintuiglijke waarneming
  • Een minder goede algemene gezondheidstoestand
  • Een hoge lichaamstemperatuur

Oncologische wonden en ulcera
Een wond die ontstaat door een kwaadaardige tumor of uitzaaiing noemen we een oncologisch ulcus. Het onderliggend weefsel is kwaadaardig en heeft geen natuurlijke genezingstendens.

Een wond door de behandeling (chirurgie, chemotherapie, radiotherapie en/of hyperthermie) van kanker noemen we een oncologische wond. Hierbij is het onderliggende weefsel goedaardig en er is een natuurlijke genezingstendens.

Het oncologische ulcus brengt soms geurproblemen met zich mee. De geurproblemen worden meestal veroorzaakt door het afsterven van tumorweefsel. Dit weefsel is een bron van infectie en zeer gevoelig voor bacteriën. De oncologisch ulcus heeft de eigenschap snel te bloeden. Dit kan een kleine bloeding zijn door beschadiging van de haarvaatjes of een grote bloeding als de tumor de bloedvaten (ader of slagader) in groeit.

Scheurwonden (skin tear)
Skin tears of scheurwonden komen meestal voor bij mensen op leeftijd. Hun buitenste huidlaag wordt dunner en droger, met als gevolg een fragiele en perkamentachtige huid. Naast de gevoelige huid is er ook meer risico op het ontwikkelen van scheurwonden door onvoldoende of slechte voeding, onvoldoende doorbloeding (donkere verkleuringen) medicatiegebruik en (verhoogde) wrijving op de huid.

Wonden door vaataandoeningen
Wonden door slechte doorbloeding worden veroorzaakt door een aandoeningen aan de bloedvaten. Bepaalde weefsels in het lichaam krijgen dan te weinig zuurstof, waardoor wonden ontstaan. Dit type wond is bijna altijd chronisch. Een voorbeeld van een wond die ontstaat door een circulatiestoornis is een open been (ulcus cruris).

Kleur van de wond

Wonden zijn er in verschillende soorten. In Nederland wordt veel gewerkt met het classificatiemodel van de Woundcare Consultant Society (WCS). De WCS is een vereniging van deskundigen in wondbehandeling. Het WCS-model is een model voor lokale wondbehandeling (vooral bij chronische wonden). Het gaat uit van een universeel kenmerk van een wond, namelijk de kleur. Het model is niet toepasbaar op brandwonden en oncologische ulcera.

  • Zwarte wond
  • Gele wond
  • Rode wond
  • Gemengde gekleurde wond

Zwarte wond
Zwart betekent dat er in de wond dood (necrotisch) weefsel zit. Het hoeft niet altijd zwart te zijn, maar kan ook een bruine, grijze of gelige kleur hebben. Dit dode weefsel houdt de wondgenezing tegen. Het is daarom goed om necrotisch weefsel te verwijderen. Bijvoorbeeld door de wond goed te spoelen of schoon te krabben. Als de necrose niet uit de wond wil, is soms een operatie nodig. Een zwarte wond bevindt zich in de reactiefase.

Gele wond
Bij een gele wond is het wondbed bedekt met geel beslag. Vaak een dikke, half vloeibare laag. Soms is het een taaie laag. In de gele laag zitten celresten en samengeklonterde eiwitten. Deze laag moet worden verwijderd om de wondgenezing in gang te zetten. Het doel van de behandeling is het reinigen van het wondbed en absorptie van overmatig exsudaat. Ook gele wonden bevinden zich in de reactiefase.

Rode wond
Een rode wondbodem is een goed teken. De wond kan dan meestal goed genezen. Bij de rode wond is de wondbodem bedekt met korrelige, vochtig-glanzende, helderrode weefsel laag (granulatieweefsel). Deze wondbodem moet beschermd worden en uitdroging moet worden voorkomen. Een rode wond bevindt zich in de regeneratiefase.

Gemengde gekleurde wond
In de praktijk hebben wonden gelijktijdig meerdere kleuren. Bijvoorbeeld een gele wond met zwarte plekjes erin en hier en daar wat doorschemerend rood. Bij gemengd gekleurde wonden is de behandeling gericht op de meest storende factor en krijgt de behandeling van de zwarte wond voorrang. Er wordt dan een wondproduct gekozen die de andere kleurgebieden niet negatief beïnvloedt.