Een katheter na een bevalling
Na de bevalling voelt je bekkenbodem anders aan. Soms voel je niet goed wanneer je moet plassen of je kunt het niet ophouden. Een tijdelijke katheter is dan de oplossing. Wat is zo’n verblijfskatheter en hoe ga je ermee om?
Wat is een verblijfskatheter?
Bijvoorbeeld na een keizersnede lukt het niet om te plassen. Of als er tijdens de bevalling veel druk op je buik en baarmoeder stond, terwijl je blaas vol zat. Je blaas en plasbuis kan na de bevalling dan zo gezwollen en/of gevoelloos zijn, dat je geen aandrang voelt om naar de wc te gaan. In zo’n geval plaatst de verloskundige een tijdelijke verblijfskatheter. Dit slangetje wordt via je plasbuis in de blaas aangebracht en zorgt ervoor dat je blaas goed leeg raakt. Zo wordt een mogelijke blaasontsteking of overrekking van de blaaswand voorkomen. Je blaas krijgt door de katheter de kans te herstellen, zodat je na het verwijderen van de katheter weer zelf kunt plassen. Meestal blijft de katheter zo’n drie tot vijf dagen zitten waarna die verwijderd wordt.
Hoe ga je om met een verblijfskatheter?
Een verblijfskatheter hoeft je niet te hinderen in je dagelijkse activiteiten of bij het verzorgen van de baby. Met deze vijf tips maak je het jezelf zo comfortabel mogelijk.
- Zorg dat de urine de katheterzak goed kan inlopen. In de slang mag geen knik zitten.
- Leeg de katheterzak regelmatig, ongeveer om de drie tot vier uur. Zet bijvoorbeeld de wekker op je mobiel om te voorkomen dat je het vergeet.
- De katheterzak moet lager hangen dan je blaas, dus onder je heupen. Zo kan de urine niet teruglopen naar de blaas.
- Er zijn verschillende soorten katheterzakken. Zo is een kleinere beenzak handig voor overdag (deze is minder groot en dus minder opvallend) en is een grote urinezak ideaal voor ’s nachts. Hiermee hoef je er niet midden in de nacht uit om je zak te legen.
- Draag een loszittende broek. Dit zit niet alleen comfortabel na de bevalling, maar zorgt er ook voor dat de urine makkelijk door het slangetje naar de zak kan stromen.
