Voor de behandeling van diabetes maakt het uit welke soort diabetes je hebt. Is er sprake van diabetes type 1? Dan zal je steeds insuline moeten spuiten. Ook zal een diëtiste voedingsadviezen geven.

Bij diabetes type 2 is het behandelplan afhankelijk van de ernst van je situatie. In principe begin je met jezelf een gezondere levensstijl aanmeten. Soms moet je ook medicijnen slikken. Indien je bloedglucosewaarden blijven schommelen, zal er overgegaan worden op het spuiten van insuline.

De ene patiënt is echter de andere niet. De behandeling verschilt dan ook van persoon tot persoon. Dit betekent dat ieder behandelplan een behandelplan op maat van de patiënt is.

Insuline spuiten

Als je lichaam zelf geen insuline maakt, moet je handmatig insuline spuiten. Dit kun je zelf doen met een insulinepen of aan de hand van een insulinepomp.

Er zijn verschillende soorten insuline, met een verschillende werking. Snelwerkende insuline wordt snel in het bloed wordt opgenomen en verlaagt in korte tijd het bloedsuikerlevel. Daarnaast bestaat er ook insuline met een langzame werking. Daarnaast zijn er allerlei tussenvormen, die bestaan uit een mix van snelwerkende insuline en traagwerkende insuline.

Insuline spuiten doe je meestal met een insulinepen. Dit is een soort injectiespuit waarop je zelf een heel dun (insuline)naaldje aanbrengt. Insuline spuit je vlak onder de huid in het onderhuidse bindweefsel. Het komt dus niet rechtstreeks in je bloed, maar wordt geleidelijk opgenomen.

Gebruik van medicatie

Het eerste én belangrijkste advies bij diabetes type 2 is om je levensstijl aan te passen. Dit betekent meestal dat je jezelf een gezond en evenwichtig voedingspatroon aan zult moeten meten, net als meer sporten en/of bewegen. Als ondanks de aanpassing van je levensstijl je bloedglucosewaarden te hoog blijven, zal er gestart worden met het gebruik van medicatie (tabletten).